donderdag 24 mei 2007

Projectcontract

Projectcontract
Digitale Identiteitsfraude
In opdracht van de Consumentenbond

Sereena Natoewal
Amrita Natoewal
Michiel Kunnen
Jurjen van Pelt
Simone Timmermans

1.Inleiding
Digitale Identiteitsfraude is in Nederland nog een relatief onbekend fenomeen. Er zijn verschillende initiatieven die zich ermee bezig houden, maar die zijn er nog niet in geslaagd om digitale identiteitsfraude op de kaart te zetten. Toch kan deze opkomende vorm van fraude voor veel schade zorgen. In de Verenigde Staten en Engeland komt digitale identiteitsfraude vaker voor dan in Nederland. De afdeling Digitaal Thuis van de Consumentenbond wil digitale identiteitsfraude via informatie en actie onder de aandacht brengen van consumenten, overheid en de dienstverlenende sector. Drie van de acht kernrechten die de Consumentenbond hanteert sluiten hier direct op aan: recht op informatie, recht op veilige producten en het recht op klacht- en verhaalsmogelijkheden.

2 Projectdefinitie

2.1 Uitdaging
Momenteel is digitale identiteitsfraude geen issue in de Nederlandse samenleving. De uitdaging is om ervoor te zorgen dat consumenten zich bewust worden van de gevaren die nieuwe technologische ontwikkelingen met zich meebrengen op het gebied van identiteitsfraude. Daarnaast moet de overheid zorgen voor wet- en regelgeving en de dienstverlenende sector voor veilige producten en diensten.
Digitale identiteitsfraude staat in Nederland gelukkig nog in de kinderschoenen, maar als er niets gebeurt bestaat de kans dat het probleem snel groter wordt, net als in de Verenigde Staten en Groot- Brittannië. Beter vroeg beginnen met aanpakken dan te laat beginnen met problemen oplossen!

2.2. Aanleiding
Door de voortschrijdende technologische ontwikkelingen ontstaan steeds meer mogelijkheden om op relatief makkelijke wijze iemands identiteit aan te nemen en daar misbruik van te maken. Met de komst van bijvoorbeeld internetbankieren, internetbetalingen, DigID en RFID is digitale identiteitsfraude een opkomend fenomeen dat nú een halt toegeroepen moet worden. Ook de media beginnen momenteel aandacht te besteden aan het probleem: in een uitzending van het tv-programma Opgelicht van 24 april 2007 komt een recente casus aan de orde. Een ondernemer komt erachter dat een opgestuurde kopie van zijn paspoort gebruikt is om een valse identiteit te creëren.

2.3 Doel
Er toe bijdragen dat consumenten geen schade lijden door digitale identiteitsfraude.

2.4 Resultaat
Het resultaat dat beoogt wordt met dit project is drieledig:

1) Verkenning van de problematiek en positionering van de Consumentenbond
Er zal een plaatsbepaling van de Consumentbond binnen deze problematiek geformuleerd worden. Daarnaast wordt een blinde-vlekkenanalyse gemaakt. Hiervoor zullen gesprekken gevoerd worden met experts op dit gebied, vanuit de wetenschap, vanuit de overheid en vanuit de dienstverlenende sector. Daarnaast zal gekeken worden naar de stand van zaken in de Verenigde Staten en in Groot-Brittannië. Een klein literatuuronderzoek behoort ook tot de mogelijkheden.

2) Communicatieplan
Er wordt een voorstel uitgewerkt over de manier waarop de Consumentenbond de consument over digitale identiteitsfraude kan informeren. Dit zal zowel inhoudelijk als praktisch zijn. Zo valt te denken aan een website, een campagne en aanverwante acties. Belangrijk uitgangspunt hierbij is dat de Consumentenbond goed herkenbaar moet zijn.

3) Lobbyplan
Analyse van het krachtenveld rond het onderwerp. Wie zijn er al met het onderwerp bezig? Wie zijn de beslissers? Welke ministeries houden zich bezig met het probleem? Welke 2e kamerleden hebben dit onderwerp in hun portefeuille? Hoe kunnen deze mensen het beste worden beïnvloed?
In het lobbyplan zal ook de omgang met de media aan de orde komen. Er is een voorstel voor een klein maar zeer concreet deelresultaat op dit gebied: een item op de Utrechtse studentenradio over digitale identiteitsfraude.

2.5 Afbakening
Het project richt zich alleen op de digitale identiteitsfraude die de consument direct aangaat, hierbij valt te denken aan phishing, pharming en dumpsterdiving. Het resultaat is vooral een analyse en een voorstel voor activiteiten en de planning daarvan. Als er tijd en mogelijkheden zijn zullen (gedeeltes) van plannen verder uitgewerkt worden. Hierbij valt te denken aan brieven aan politici, suggesties voor een meldpunt, een slogan voor een campagne en suggesties voor het uitvoeren van de campagne.

2.6 Effecten
Mogelijke positieve effecten zijn bewustwording bij de consument, grotere aandacht voor het fenomeen in de dienstverlenende sector en nieuwe wet- en regelgeving op het gebied van digitale identiteitsfraude.
Een ongewenst effect kan zijn dat door het fenomeen meer bekendheid te geven ook de schade die erdoor geleden wordt toeneemt, met andere woorden: criminelen zouden op ideeën kunnen komen.

2.7 Randvoorwaarden
Het projectresultaat zal op 27 juni 2007 gepresenteerd worden. Een realistisch budget voor de campagne is volgens de opdrachtgever 10.000 euro. Hiermee zullen we rekening houden.

3 Fasering en activiteitenplan
Punt 1 van het resultaat moet op 8 juni uiterlijk gereed zijn. Op dat moment is overleg met de projectleider en/of de opdrachtgever over de voortgang van het project gewenst.

4. Tijdbeheersing
Er wordt zo snel mogelijk contact opgenomen met de deskundigen die de nodige informatie kunnen verschaffen. Die fase moet binnen drie weken afgerond zijn. Elke maandag en woensdag is er een ontmoeting van het projectteam, waarbij elke maandag de voortgang van het project als geheel besproken wordt. In principe kunnen de teamleden allen maximaal 10 uur per week aan het project besteden.

5. Geldbeheersing
Een realistisch budget voor de campagne is volgens de Consumentenbond 10.000 euro. Als er meer duidelijk is over de te ondernemen acties zullen we ook een financiële paragraaf schrijven.

6. Kwaliteitsbeheersing
Er worden experts op het gebied van digitale identiteitsfraude geraadpleegd. Daarnaast wordt elke week bekeken hoe het project er vanuit het consumentenperspectief voor staat. De beleidscontext wordt ook vanuit de situatie in het buitenland beoordeeld. Daarnaast zal regelmatig mondeling, telefonisch of per e-mail overlegd worden met de projectleider en/of de opdrachtgever.

7. Projectorganisatie

Projectteamleden
- Michiel Kunnen
- Amrita Natoewal
- Sereena Natoewal
- Jurjen van Pelt
- Simone Timmermans

Opdrachtgever
Consumentenbond (Alwin Sixma)

Projectleider
Melanie Peters

8. Informatiebeheersing
Resultaten die gereed zijn zullen zo mogelijk gepubliceerd worden op een blog. In ieder geval treffen de teamleden elkaar twee keer per week, waarvan één keer per week in een gestructureerd overleg. De taken zullen steeds duidelijk toebedeeld worden, dat zal desgewenst in het projectresultaat inzichtelijk gemaakt worden. Ook via e-mail wordt gecorrespondeerd.

9. Communicatie
Externe communicatie om betrokkenheid bij het project te creëren is niet nodig. Er is dan ook geen sprake van een plan op dit gebied.

10. Slot
Op afgeronde delen van het project zal door de projectleider en/of de opdrachtgever een inhoudelijke reactie worden gegeven. Het project zal gepresenteerd worden op 27 juni 2007. Ook daarna komt een inhoudelijke reactie op het projectresultaat in zijn geheel.

11.Bijlagen
- Startdocument

Geen opmerkingen: