zaterdag 30 juni 2007

Leiderschap afgerond

Met de presentatie van ons campagneplan voor de Consumentenbond hebben wij als werkgroep (Sereena, Amrita, Simone, Jurjen en Michiel) het vak Leiderschap afgerond.

Mocht je onze presentatie of het campagneplan willen zien, stuur een reactie op dit bericht en ik zal het naar je verzenden.

Amrita, Sereena, Michiel en Jurjen: bedankt voor de leuke tijd, ik heb veel geleeerd van jullie.

Ook Melanie Peters, onze docente bedankt! Heb het vak erg boeiend gevonden!

Simone

Een leider in mij? Zou je denken?

Hieronder het essay dat mijn ontwikkeling met betrekking tot Leiderschap weergeeft. Ik ben er niet helemaal tevreden mee, maar het geeft wel mijn indrukken weer die ik in het vak Leiderschap opgedaan heb.

*********************************************************************************
Een leider in mij? Zou je denken?
Over mijn persoonlijk leiderschap


Hoewel het al een aantal jaar geleden is, kan ik het me nog goed herinneren. Op de zolderkamer bij een klasgenootje van me zaten we achter de computer. Een werkstuk over Doetinchem, dat moest het worden. “Nee laat mij maar doen, ik kan dat wel.” “Ok, dan doe ik dat, en jij dus dit, en dan regelen we dat zo.” “ Ja maar, ik controleer alles nog wel straks.” Met knallende ruzie stapte ik later die middag op de fiets naar huis. Zij wist niks, ze snapte niks, dus als ze het nou gewoon aan mij overliet was er niks aan de hand.
Het werken in groepen heeft me in de loop van mijn schoolcarrière veel geleerd over mezelf, mijn kwaliteiten en tekortkomingen.

In dit essay wil ik mijn kwaliteiten en tekortkomingen onder de loep nemen, met in mijn achterhoofd de vraag: Wat maakt mij tot een leider? Ook zal ik kijken naar een aantal tests over mezelf en wat deze me hebben geleerd. Vervolgens zal ik de colleges en gedane bezoeken aan het WNF en het MVO behandelen. Ik zal kijken wat ik hier opgestoken heb, en kan meenemen voor mezelf. Ook heb ik in het gedane groepswerk het nodige geleerd over mezelf en ervaringen opgedaan die ik kan meenemen in mijn toekomst. Ik zal dit essay dan ook beëindigen met een blik op de toekomst, en hoe ik hierin mijn leiderschap kan verbeteren. Hierbij merk ik op dat ik me vooral zal focussen op mijn eigen kwaliteiten en verbeteringen bij mezelf, en niet zozeer zal kijken naar hoe ik een leider in mijn vakgebied, de geschiedwetenschap, kan worden.

This is me
Zoals in de inleiding al naar voren kwam, ben ik een echte perfectionist. Daarom deed ik lange tijd ook het liefst zo veel mogelijk zelf. In dat geval had ik tenminste zelf de verantwoording over alles, en wist ik zeker dat ik in elk geval niet beter kon. Later in mijn middelbare schooltijd, en universitaire studie ontkwam ik niet aan het werken in groepen. Verschrikkelijk vond ik het om niet te kunnen controleren wat iedereen deed. Inmiddels heb ik geleerd dat dingen uit handen geven helemaal niet slecht hoeft te zijn. Voorwaarde hiervoor is voor mij wel dat iedereen met dezelfde werkhouding en inzet aan de slag gaat.

Op het moment dat de eerste zelftest te voorschijn werd gehaald in een college Leiderschap, was mijn reactie: “Oh nee hè, echt geen zin in, en trouwens, ik ken mezelf echt wel!” Toch was ik ergens wel nieuwsgierig of mijn verwachting van het testresultaat overeen zou komen met het daadwerkelijke resultaat. Na het doen van verschillende testjes, op het gebied van omgaan met lastige gesprekken tot mijn persoonlijke leerstijl, kan ik zeggen dat ik er veel van geleerd heb. Deels kwam er uit wat ik gedacht had, en hoe ik mezelf altijd zag, deels heb ik ook nieuwe dingen geleerd en ben ik zo wijzer over mezelf geworden.

Test jezelf
Een gedane test die ik persoonlijk erg waardevol vond is de test die leerstijl bepaalt naar het model van Kolb. Want, zo zegt Hans Vermeeren: “De ultieme bron van bewust leren, is leren wie je zelf bent. Zowel in de ogen van de ander, als in de ogen van jezelf. Door goed naar binnen te kijken kunnen we onze mogelijkheden naar buiten enorm vergroten. “ Vooral deze laatste zin spreekt me erg aan. Met de instelling om van mezelf te leren om zo mijn mogelijkheden naar buiten toe te vergroten ben ik dan ook begonnen bij het maken van elke test.
Uit het model van Kolb komt naar voren dat iedereen een dominante leerstijl heeft, een typering voor de manier waarop we gemakkelijk en voor ons prettig leren. Tegelijk laat het echter zien welke stappen ons meer moeite kosten.

Het model wijst uit dat mijn leerstijl zich concentreert op denken en beslissen. Mijn sterke punten zouden zijn dat ik nauwkeurig en logisch werk en dat ik kordaat beslissingen kan nemen. Dit komt nogal overeen met mijn drang om alles onder controle te houden, en de beslissingen in de hand te willen hebben. Mijn zwakke punten bestaan uit het moeilijk aansluiting vinden tussen theorie en praktijk, en het te snel een conclusie vormen. Met dit laatste kan ik nog steeds niet heel erg uit de voeten, ik zie mezelf er niet in terug. Een later gedane test over mijn persoonlijke leerstijl wijst zo goed als hetzelfde uit, hierin val ik in de categorie professor: gek zijn op theorievorming, perfectionistisch zijn en het moeilijk vinden de werkelijkheid in het oog te houden.


De test over omgaan met lastige gesprekssituaties bracht me eigenlijk geen nieuws. Hoewel ik slecht tegen onrecht kan, en verschrikkelijk baal van ruzie en discussie, zal ik nooit de eerste zijn die opstaat om er iets aan te doen. Weinig verbazingwekkend was het voor mij dan ook dat uit deze test bleek dat ik eerst geneigd ben compromissen te zoeken, vervolgens zal toegeven, en me dan zal terugtrekken. Ik zal bereid zijn te helpen aan een oplossing, maar niet tot elke prijs want “voor wat hoort wat”.

Een bekend begrip onder managers is de kleurentest. Toen ik aan tafel bij mijn ouders hierover vertelde, vroeg mijn vader enthousiast: “En, welke kleur ben je?” Ik bekende rood te zijn en hij sprong zo goed als op van tafel en riep uit: “Wat leuk, ik ook!”
Echt overtuigend rood ben ik echter niet, mijn tweede uitslag was blauw, en bij deze kleurtypering vind ik zeker dingen die op mij van toepassing zijn. Zo ben ik een planner, en wil ik alles organiseren. Ook zegt de website van Twynstra Gudde over blauwe personen: “Hij of zij maakt de verandering niet afhankelijk van individuele opvattingen en voorkeuren en houdt constant de afgesproken uitkomst voor ogen.” Hoewel een beetje vage zin, kan ik me wel vinden in het feit dat een blauw persoon constant de uitkomst voor ogen houdt. Ik mag dan wel een denker zijn, en gek op theorieën, ik weet ook dat niet van geneuzel en gedraai om het thema heen houd. Het rode in mij komt naar boven in het feit dat ik mensen graag wil prikkelen. Als ik merk dat iemand niet lekker meedraait in een groep, dan wil ik er altijd graag iets aan doen, helpen.

Het meest herkende ik mezelf in de test met betrekking tot teamrollen. Hieruit bleek dat ik te typeren val als de “afmaker” of “controller”. Bevestigender kan haast niet zou ik zeggen. Opvallend is ook dat een afmaker vaak ongedurig is en dan intolerant tegenover andere teamleden met een meer oppervlakkige houding. Dit is dan ook meteen mijn grote valkuil, ik kan verschrikkelijk doordraven en daardoor soms niet zien dat anderen echt moeite met iets hebben of er niet uitkomen.

Groepsleiderschap?
In het groepswerk dat ik verricht heb voor de Consumentenbond liep ik hier nogal hard tegenaan. De meeste van mijn groepsleden werkten allemaal even hard en serieus aan de opdracht. Mijn mond viel open toen een ander, na een half uur niks gedaan te hebben, de opmerking maakte: “Sorry dat ik later ben, maar ik moest even flirten met het meisje naast me!” Op zo´n moment kan ik zo iemand dan wel iets aandoen, en kan ik hier echt niet mee omgaan. Ik viel compleet stil en kon hem pas later uitleggen wat ik zo vervelend vond aan zijn gedrag. Overigens moet ik eerlijk zeggen dat ik dit op een gegeven moment zonde van mijn tijd vond, ik zag het niet gebeuren dat zijn gedrag zou verbeteren, en besloot me toen te wijden aan de opdracht, in plaats van aan het verbeteren van zijn houding.

Wel duidelijk werd dat onze groep qua kleurentest goed was opgesteld. Iedereen was een andere kleur, waardoor we elkaar goed aan wisten te vullen, en zo een goed resultaat wisten te bereiken. Bij het model van Kolb wordt dit ook als succesfactor voor groepswerk aangegeven: “Door geschikte partners bij uw leerstijl te zoeken, kan men in teamverband de leereffectiviteit flink opvoeren.”

Werkbezoeken
De bezoeken die ik met de collegegroep heb gemaakt aan het WNF en MVO hebben sterk indruk gemaakt. Het bezoek aan het WNF echter niet een heel positieve. Ik vond dat er een heel idealistische instelling binnen de organisatie bestond, wat op zich natuurlijk goed is. Alleen leek de organisatie zich een beetje te verliezen in het idealisme. Zo moesten wij, een groep derdejaar studenten hen duidelijk maken dat ze bij hun materiaal en werkwijze een doelgroep over het hoofd zien! Dit kwam op mij nogal amateuristisch over. Ik had bij het WNF een zeer sterke organisatie verwacht, die precies haar marktwaarde zou kennen, en erg bewust bezig zou zijn met haar materiaal en werkwijze. Wat ik er zag was een organisatie die een schitterend pand had laten bouwen, maar totaal had gemist dat ze een doelgroep niet bereikten! Ik denk dat een leider, en dan ook ikzelf daar ook voor uit zou moeten kijken. Ik gaf al eerder aan dat ik ook een te grote focus kan leggen op hetgeen waar naar toe gewerkt wordt, zonder te kijken naar de omstandigheden eromheen.

Bij Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen Nederland werd ik juist blij verrast. Van deze organisatie, die zich bezighoud met het maatschappelijk verantwoord ondernemen en de promotie ervan, verwachtte ik een nogal idealistisch, haast geitenwollen sokken imago, een organisatie zonder realistische kijk op de wereld. Wat we er aantroffen was een enthousiaste man, Dhr. Lageweg, die op mij overkwam als iemand die met beide benen in de wereld staat, en doorheeft dat er echt iets moet veranderen aan de wereld om deze nog te kunnen behouden.


Dhr. Lageweg kwam op mij over als een inspirerend leider. Hij wist waar hij het over had, en kon zakelijk overkomen, maar aan de andere kant gaf hij in de presentatie over zichzelf ook een persoonlijke kant aan. Hij noemde namelijk zijn vrouw en kinderen meermaals. Dit vond ik erg prettig, hij was niet alleen maar de koele zakenman voor me, maar ook een normaal mens op die manier. Met deze manier van doen in mijn achterhoofd heb ik geprobeerd mijn houding te vormen in het groepswerk. Ik wilde werk verzetten, iets bereiken, maar het toch ook gezellig en persoonlijk houden. Babbelen met Amrita en Sereena zorgde er meer dan eens over dat we echt elkaar aan het werk moesten zetten omdat het eigenlijk veel te gezellig was.
Ook gaf dhr. Lageweg aan dat leiderschap naar zijn mening altijd betekent dat je om moet gaan met dilemma’s. Dit is een van de aspecten aan leiderschap die me zo boeit, vanuit mezelf, maar ook vanuit mijn opleiding tot historica.


Mariske Vreugdenhill liet mij de keerzijde van leiderschap zien. Zij gaf aan dat in de omgang met professionals te maken krijgt met een situatie waarin iedereen de baas is, en tegelijkertijd niemand de baas is. Haar oplossingen, het tegengaan van versnippering, vrijblijvendheid en middelmatigheid klonken erg mooi, maar lijken me erg moeilijk te bereiken in een bedrijf met professionals. Zij gaf ook aan dat je als leider van professionals niet zelf moet willen gloreren, maar de professionals dit moet laten doen. Als leider lijkt me dit erg moeilijk, ik zou dan ook met de eer van mijn team willen gaan strijken, kan ik eerlijk toegeven.

Actie
Naar aanleiding van de colleges, werkbezoeken en groepswerk is me goed duidelijk geworden hoe ik omga met mijn eigen kwaliteiten en tekortkomingen. Dit betekent echter niet dat ik zo wil blijven. Integendeel, ik denk dat ik nog beter naar mezelf moet leren kijken, en vooral leren verbeteren. Om dit te kunnen doen wil ik me nog meer gaan verdiepen in mezelf, en hoop ik door middel van groepswerk in de toekomst mezelf nog beter te leren kennen. In deze cursus ben ik in elk geval mezelf erg tegengekomen. Ik wil in de toekomst beter kunnen omgaan met anderen en proberen te begrijpen waar hun probleem zit, zonder alleen maar te kunnen denken aan hun tekortkomingen die ik op dat moment zie. Verder wil ik leren om dingen uit handen te geven. Ik heb gemerkt dat hier vertrouwen in iemands kunnen voor nodig is. Zo gauw ik doorhad met kundige studenten te maken te hebben in mijn groepje, durfde ik ze ook werk en verantwoordelijkheid te geven. Dit is me eerlijk gezegd goed bevallen, en ik hoop dit dan ook voort te kunnen zetten, om op die manier een leider te kunnen zijn.